Broeders en zusters in Christus,
Een foto uit de media: voor de kerk van Nice staat een soldaat met een mondkapje op en in zijn handen heeft hij een geweer. Die foto zegt veel over het afgelopen jaar, want in die ene foto zitten twee vormen van gevaar die dit jaar om aandacht vroegen: er zijn mensen die het leven van anderen bedreigen en er is een virus dat evenzeer levensbedreigend kan zijn. En dus letten we op, zijn we waakzaam: waakzaam dat corona niet verder verspreid wordt en waakzaam dat het leven van mensen niet door anderen bedreigd wordt. De foto van de soldaat met mondkapje en geweer toont die waakzaamheid in één beeld. Zou dat de waakzaamheid zijn die Jezus bedoelt in het evangelie als Hij zegt: ‘Wees waakzaam’?
Is deze waakzaamheid het nieuwe normaal voor onze toekomst? Bij alle maatregelen, hoe begrijpelijk en zinnig ook, is er ook iets in ons binnenste dat zich verzet tegen het idee dat dit het nieuwe normaal zou zijn: dat we op weg zijn naar een wereld waarin onze handen gevuld worden met een geweer en ons gezicht bedekt wordt, zodat het bijna onmogelijk is om te zien welk gevoel daarop te lezen staat. In het verlengde daarvan was onlangs in het nieuws dat heel jonge mensen, eigenlijk nog kinderen, steeds vaker een mes bij zich dragen om zichzelf een gevoel van veiligheid te geven.
Een van de oer-menselijke gevoelens, die dit jaar nogal sterk naar voren kwam, is angst: een bedreigend virus in de buurt of geweld dat een mens blijkbaar zomaar kan treffen: het roept angst op. Bang zijn, is een heel menselijke eigenschap die ertoe kan leiden dat we ons verschansen achter de schijnveiligheid van een wapen, van scherpe woorden of van een gezichtsuitdrukking waaraan niets valt af te lezen.
Met heel ons wezen voelen wij aan dat het niet de bedoeling kan zijn dat dit normaal is, dat wij in permanente angst zouden moeten leven. Als mensen verwachten, hopen en geloven we dat een ander ons in principe wel goed gezind is en dat onze wereld fundamenteel wel goed geschapen is. Kortom: dat we bestemd zijn om zonder constante bedreiging te leven en evenzeer bestemd zijn om samen te leven.
Jezus roept op tot waakzaamheid aan het begin van de Advent. Dit is echter geen waakzaamheid om het onheil buiten de deur te houden, maar waakzaamheid om het heil binnen te laten. Om het heil dat God ons schenkt niet voorbij te lopen, maar onze ogen, onze handen en ons hart ervoor open te houden.
Maar verwachten wij nog heil van Godswege of hebben veel mensen God in het verleden opgesloten? Geloof, dat was vroeger, wordt dan gezegd. Of: van geloof komt alleen maar ellende. Daar is veel op af te dingen. En als God er alleen in het verleden was, wat houden we dan over voor de toekomst? Waar vinden we dan nog heil als het leven ons te machtig dreigt te worden?
Uiteraard dienen we onze eigen en elkaars gezondheid te beschermen, onze duur bevochten vrijheid te verdedigen en ook is het goed dat jonge mensen zo’n mes afgenomen wordt. Maar zou het niet nog beter zijn als de angst zelf van ons weggenomen zou worden, als we zouden ervaren dat angst niet nodig is?
De profeet Jesaja in de eerste lezing gebruikt een mooi beeld: Het volk van Israël zit in de problemen en God lijkt onzichtbaar geworden, onzichtbaar verscholen achter de wolken. Het volk heeft God blijkbaar vergeten. ‘Niemand die eraan dacht uw Naam aan te roepen, die op U zijn vertrouwen durfde te stellen,’ zegt Jesaja. Dan vraagt hij: ‘Scheur toch de hemel open en daal af.’
Laat het heil binnen, roept het evangelie. ‘Scheur toch de hemel open en daal af.’ Christus is het die ons heil brengt. Hij daalt af, komt naar ons toe en deelt ons menszijn. Niet zodat alle problemen van ons weg genomen worden, maar om te laten zien dat angst niet nodig is; dat Hij ons leven deelt en redt.
God brengt onze wereld geen onheil maar heil. De Immanuel, God-met-ons, komt naar ons toe en laat ons weten dat we ten diepste van God zijn. Wees waakzaam, zodat we Zijn Woord met open armen kunnen ontvangen, zodat het ons innerlijk kan bevrijden van angst en onzekerheid en niet afketst op een geharnast innerlijk.
‘God staat bij, wie op hem durft te hopen.’ Dat is de belofte van Jesaja in de lezing. En iets durven, veronderstelt dat we niet te bang zijn. Laten we niet bang zijn op God te vertrouwen. In het groeiende Licht van de Advent kan Hij de wolken van onze bange duisternis verdrijven en ons brengen tot Christus: Licht uit Licht.
Een gezegende Adventstijd toegewenst.
Roermond, november 2020
+ Harrie Smeets,
bisschop van Roermond