Reglement beheer begraafplaats
de R.-K. parochie Laurentius te Maasniel en begraafplaats de R.-K. parochie Jozef te Leeuwen
Te downloaden regelement
regelment beheer begraafplaats
Inhoud Blz.
Index 2
I Algemene Bepalingen artikel 1 – 8 3 / 5
II Het vestigen van de grafrechten artikel 9 – 16 5 / 6
III Het verlengen van de grafrechten artikel 17 – 20 6 / 7
IV Einde van de grafrechten artikel 21 7
V Indeling van een begraafplaats en onderscheid van de graven artikel 22 – 29 7 / 8
VI Asbussen artikel 30 – 32 8 / 9
VII Graftekens en grafbeplantingen artikel 33 – 38 9 / 10
VIII Tarieven en onderhoud artikel 39 – 42 10 / 11
IX Overgangsbepaling artikel 43 11
X Slotbepalingen artikel 44 – 48 11/ 12
Bijlage 1: ‘Grafakte voor een particulier graf’ 13 / 14
Bijlage 2: ‘Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen’ 15 / 17
I Algemene Bepalingen
Begripsaanduidingen
Artikel 1
In dit Reglement wordt verstaan onder:
A. bestuur: het parochiebestuur als vertegenwoordiger van de rechtspersoon R.-K. parochie H. Laurentius te Maasniel (A), eigenaresse van de begraafplaats te Maasniel, dan wel van de rechtspersoon R.-K. parochie H. Jozef te Leeuwen (B), eigenaresse van de begraafplaats te Leeuwen.
B. begraafplaats: het terrein bestemd voor het begraven van overledenen en voor het begraven of bijzetten van Asbussen van overledenen gelegen aan de Kerkeveldlaan te Maasniel (A), dan wel gelegen aan de Schouwberg te Leeuwen (B).
C. beheerder: degene die door het bestuur is belast met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats.
D. particulier (urnen-)graf: een ruimte op de begraafplaats, bestemd voor het begraven van een of meer overledenen of hun Asbussen, waarvan het uitsluitend recht voor de duur van twintig jaar is verleend aan één rechthebbende volgens de voorwaarden van dit reglement, welk recht kan worden verlengd.
E. rechthebbende: de meerderjarige persoon aan wie het recht op een particulier (urnen-)graf is verleend.
F. grafrecht: het recht op een particulier (urnen-)graf voor tenminste twintig jaar; het recht op bewaring van een asbus in de urnenbewaarplaats voor twintig jaar.
G bijzetting
1. het begraven van een overledene in een graf waarin reeds een overledene is begraven;
2. het begraven van een asbus/urn in een graf waarin reeds een overledene of een asbus/urn is begraven;
3. het plaatsen van een urn op een graf, waarin reeds een overledene of een asbus/urn is begraven;
4. het plaatsen van een asbus/urn in een urnenbewaarplaats of columbarium.
H. asbus: hermetisch afgesloten koker met de as van de overledene.
I. urn: voorwerp waarin een of meer Asbussen zijn opgeborgen.
De bepalingen voor Asbussen in dit Reglement gelden ook voor urnen.
J. urnenbewaarplaats of columbarium: voorziening op de begraafplaats te Maasniel (A) waarin Asbussen of urnen in een onverbrekelijk afgesloten ruimte dan wel hecht aan de plaats van bijzetting verbonden worden opgeborgen.
k strooiveld: terrein dat bestemd is om permanent as te verstrooien (zie artikel 32.)
Bestuur
Artikel 2
Het bestuur is gebonden aan het Algemeen Reglement voor het bestuur van een parochie van de Rooms Katholieke Kerk in Nederland en ter zake van het beheer van de begraafplaats bovendien aan dit Reglement.
Beheerder
Artikel 3
Het bestuur kan een van zijn leden of een andere persoon, in dit reglement te noemen de beheerder, belasten met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats.
De beheerder is bevoegd om namens het bestuur opdrachten te verlenen, het beheer van de begraafplaats betreffende en om namens het bestuur grafrechten te verlenen.
Regelingen vóór een begraving
Artikel 4
- Voor de begraving dient aan de beheerder het verlof tot begraving of de bereidverklaring tot het bezorgen van de as te worden getoond.
- De voor de begraving en bewaring van een asbus noodzakelijke bescheiden, zoals de grafakte en de kwitantie van betaling van de verschuldigde rechten of een deugdelijk bewijs van begraving of bewaring van een asbus voor rekening van derden en de eventuele autorisatie van de rechthebbende moeten vóór de begraving c.q. bewaring aan de beheerder worden overgelegd.
Bevorderen van natuurlijke ontbinding
Artikel 4a
- Het is verboden om een overledene te begraven in een zinken of andere metalen of kunststof (binnen)kist.
- Bij de begraving van een overledene is het niet toegestaan deze van een lijk hoes dan wel van een lijkomhulsel te voorzien, welke niet voldoet aan de wettelijk voorgeschreven vereisten ten behoeve van de bevordering van de lijkvertering en eventuele andere met deze regelgeving samenhangende doeleinden.
De rechthebbende heeft er zorg voor te dragen dat hijzelf dan wel de bij de lijkbezorging betrokken uitvaartverzorger hiervoor afdoende maatregelen neemt en desgewenst op verzoek van de beheerder een daartoe strekkende verklaring afgeeft. - Het is verboden om in een kist of ander omhulsel voorwerpen of objecten bij te sluiten die niet tot de kist of de overledene behoren, anders dan kleine verteerbare grafgiften. De materialen die verwerkt zijn in de lijkkist, de lijk hoes en de kleding van de overledene dienen zoveel mogelijk van natuurlijk verteerbare aard te zijn. In geval van ernstige en gerechtvaardigde twijfel of de materialen aan deze eis voldoen, kan de beheerder een controle instellen. Blijken de gebruikte materialen niet aan de eis te voldoen dan kan begraving geweigerd worden.
- De rechthebbende is verantwoordelijk voor het naleven van de onder lid 1 t/m 3 vermelde voorschriften. Eventuele schade en /of kosten ten gevolge van niet-naleving van deze voorschriften zullen op de rechthebbende worden verhaald.
De begraving van een overledene en de bewaring van een asbus
Artikel 5
- Een begraving of de bewaring van een asbus geschiedt op een dag en uur, met de beheerder tevoren overeen te komen en volgens aanwijzing van de beheerder.
De begraafplaats is niet toegankelijk voor de lijkwagen of de volgwagens.
De beheerder kan, uitsluitend voor mindervalide personen, uitzondering toestaan.
- De kist, dan wel het omhulsel en de asbus moeten zijn voorzien van een registratienummer, welk registratienummer moet worden opgenomen in het register van de overledenen.
Werkzaamheden op de begraafplaats
Artikel 6
- Het delven en dichten van graven, het openen van een graf, het opdelven van stoffelijke resten en het bijzetten van Asbussen geschieden uitsluitend door het personeel van de begraafplaats of, in opdracht van het bestuur, door derden.
- Het bestuur geeft aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de bouw, de aanleg of het onderhoud van de graftekens en/of beplantingen gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op tijden dat de begraafplaats daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de aanwijzingen van de beheerder.
- Geen werkzaamheden mogen worden verricht op zon- en feestdagen en tijdens begravingen en diensten in de aula of kapel. Op zaterdagen mogen geen werkzaamheden door beroepskrachten worden verricht, in opdracht van rechthebbenden, maar is uitsluitend de grafverzorging door de nabestaanden toegelaten.
Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen of te worden geplaatst of gestort volgens aanwijzingen van de beheerder.
Bezoekers
Artikel 7
Het bestuur bepaalt de tijden, waarop de begraafplaats voor bezoekers toegankelijk is.
De begraafplaats is voor auto’s en voor fietsen (al of niet met hulpmotor) gesloten. Honden worden alleen aangelijnd op de begraafplaats toegelaten. De beheerder kan voor mindervaliden uitzondering toestaan. Bezoekers worden verzocht luidruchtigheid te vermijden.
Voor het houden van dodenherdenkingen of de plechtige onthulling van een grafteken moet tevoren schriftelijke toestemming zijn verkregen van het bestuur.
Administratie
Artikel 8
- Het bestuur is verantwoordelijk voor het voeren van de administratie van de begraafplaats. De administratie bevat in ieder geval het wettelijk verplichte register van de overledenen met vermelding van hun registratienummer en aanduiding van de plaats op de begraafplaats waar zij begraven zijn, alsmede een dergelijk register van de bewaarde asbussen. Deze registers zijn openbaar. Daarnaast bestaat er het nabestaandenbestand grafrechten, waarin de namen en adressen van alle rechthebbenden worden geregistreerd.
- Het boekjaar van de begraafplaats loopt van 1 januari tot en met 31 december alle rechten worden verleend vanaf de datum van begraving.
II Het vestigen van het grafrecht
Schriftelijke overeenkomst
Artikel 9
- Een grafrecht wordt gevestigd door een schriftelijke overeenkomst met het bestuur, genaamd grafakte.
Op de begraafplaats kunnen begraven dan wel bijgezet worden uitsluitend (oud-) parochianen van de parochies die deel uitmaken van het samenwerkingsverband Roermond-Oost, Maasniel, Leeuwen en Asenray, een en ander ter beoordeling van het bestuur. Het bestuur kan van lid 2 in uitzonderlijke gevallen afwijken en toestaan dat anderen op de begraafplaats worden begraven.
Uitgifte van graven
Artikel 10
De graven van een gravenveld worden in volgorde, door de beheerder te bepalen, uitgegeven. Het is niet mogelijk een bepaalde grafruimte te reserveren, tenzij een recht wordt verworven als bedoeld in artikel 11.
Recht op particulier (urnen-)graf
Artikel 11
Het bestuur kan aan één meerderjarig persoon het uitsluitend recht verlenen om voor twintig jaar gebruik te maken van een bepaalde (urnen-) grafruimte, ten behoeve van hemzelf, de echtgenoot, een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad, of een pleeg- of stiefkind. Dit recht wordt verleend onder de voorwaarden, in dit reglement gesteld of door het bestuur later te stellen. In ieder geval moet betaling op grond van artikel 39 van dit reglement zijn geschied en moet bij de rechtsverkrijging schriftelijk worden vastgelegd dat het graf (artikel 42) kan worden geruimd wanneer dit recht, door welke oorzaak dan ook, geëindigd is.
Adres rechthebbende
Artikel 12
De rechthebbende is verplicht zijn adres aan het bestuur op te geven, alsmede de wijziging van zijn adres.
Overlijden rechthebbende
Artikel 13
- Binnen 6 maanden na het overlijden van de rechthebbende dient het grafrecht na een daartoe strekkend verzoek van de erfgena(a)m(en) te worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad, of een pleeg- of stiefkind overeenkomstig
artikel 14
Indien de rechthebbende is overleden en in het graf dient te worden begraven of zijn asbus dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving als bedoeld in lid 1 van dit artikel voorafgaand aan die begraving of bijzetting te worden gedaan.
Overdracht grafrecht
Artikel 14
- Een grafrecht kan worden overgedragen door overlegging aan het bestuur van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht, met vermelding van de personalia en het adres van de rechtsopvolger.
- Overdracht aan een ander dan de echtgenoot, een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad of een pleeg- of stiefkind van de rechthebbende is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan naar het oordeel van het bestuur.
- Een rechthebbende kan afstand doen van grafrechten, zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding. Afstand dient schriftelijk te geschieden.
Weigering tot begraving of bijzetting
Artikel 15
Het bestuur behoudt zich het recht voor, ook nadat grafrechten zijn verleend, om canonieke redenen begraving van een overledene en met name de bijzetting in een dubbel graf, een familiegraf of een urnengraf te weigeren, onder teruggave van de reeds betaalde rechten, of alleen de begraving op een bepaald gedeelte van de begraafplaats toe te staan.
Ontbindende voorwaarden grafrechten
Artikel 16
Het bestuur verleent grafrechten uitdrukkelijk voor de tijd, gedurende welke het terreingedeelte, waarin zich de (urnen-)graven bevinden, tot de begraafplaats blijft behoren en voor de tijd dat de begraafplaats in exploitatie blijft.
Aan de toegekende grafrechten kan geen titel ontleend worden zich te verzetten tegen de bestemmingsverandering van (een gedeelte van) de begraafplaats of tegen de voorgenomen sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats.
III Het verlengen van grafrechten
Schriftelijk informeren van de rechthebbende
Artikel 17
- Het bestuur zal uiterlijk één jaar voor het verstrijken van een termijn, waarvoor grafrechten zijn verleend en die kunnen worden verlengd, de rechthebbende schriftelijk attenderen op het aflopen van de grafrechten en de voorwaarden bekend maken, waaronder deze grafrechten kunnen worden verlengd voor een termijn van vijf of tien jaar.
- Indien niet binnen drie maanden na verzending van de mededeling om verlenging van de termijn van het grafrecht is verzocht dan zal van het aflopen van de termijn door een zichtbare mededeling melding worden gemaakt bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats. De mededeling blijft gedurende één jaar aanwezig maar tenminste tot het einde van de termijn van het grafrecht.
Verzoek rechthebbende
Artikel 18
- Een rechthebbende kan binnen twee jaren voor de afloop van de termijn schriftelijk verlenging van zijn rechten aanvragen voor een aansluitende termijn van vijf of tien jaren.
- Het bestuur zal een aanvrage ingevolge lid 1 inwilligen, in zoverre van het recht tot begraven gebruik is gemaakt en geen bijzondere redenen, zoals de voorgenomen ruiming van een gravenveld, zich daartegen verzetten.
Voorwaarden voor verlenging
Artikel 19
De verlenging van grafrechten wordt slechts verleend wanneer het onderhoud van het graf zich naar het oordeel van het bestuur niet bevindt in kennelijke staat van verwaarlozing en op de voorwaarden geldend op het tijdstip waarop de verlenging ingaat en volgens de als dan geldende tarieven.
Verlenging bij bijzetting
Artikel 20
Wanneer in een particulier (urnen-)graf, bestemd tot het begraven van meerdere overledenen of hun Asbussen een bijzetting plaatsvindt, wordt een lopende termijn van het grafrecht verlengd met een periode van 20 jaar.
Het nog niet verstreken gedeelte van de lopende termijn wordt met de verlenging verrekend.
De verlengde periode is te rekenen vanaf de datum van bijzetting.
IV Einde van de grafrechten
Artikel 21
De grafrechten vervallen:
a. door het verlopen van de gestelde termijn met inachtneming van het bepaalde in artikel 17.
b. indien de tarieven overeenkomstig artikel 39 van dit reglement niet binnen één jaar na het vestigen of het verlengen van het grafrecht zijn betaald.
c. indien een terreingedeelte, waarin zich de (urnen-)graven bevinden, aan de bestemming van begraafplaats wordt onttrokken of wanneer de begraafplaats niet meer als zodanig wordt geëxploiteerd, overeenkomstig artikel 16.
d. indien de aankondiging van het aflopen van de termijn van het grafrecht overeenkomstig artikel 17 bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats zichtbaar vermeld is geweest en de rechthebbende gedurende die periode niet heeft gereageerd.
e. indien de rechthebbende het onderhoud van grafteken of beplanting verwaarloost en na sommatie weigert te doen herstellen of de herstelkosten te voldoen, overeenkomstig artikel 35
f. indien de rechthebbende bij onderhandse verklaring afstand doet van een verkregen grafrecht.
V Indeling van de begraafplaats en onderscheid van de graven
Indeling door bestuur
Artikel 22
Het bestuur behoudt zich het recht voor de aanleg en de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de gravenvelden en het onderscheid in (urnen-)graven vast te stellen en te wijzigen.
Soorten van graven
Artikel
Het bestuur verleent rechten op het tijdelijk gebruik, van:
A. een particulier familiegraf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens van het betreffende model. Bijzetting van een asbus of urn is toegestaan. (zie art. 24)
B. een particulier enkel of dubbel graf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens van het betreffende model. Bijzetting van een asbus of urn in een dubbelgraf is toegestaan. (zie art. 26)
C een particulier enkel of dubbel graf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke goedkeuring. Bijzetting van een asbus of urn in een dubbelgraf is toegestaan. (zie art. 26)
D. een particulier kindergraf of een particulier graf voor een doodgeborene of een onvoldragen vrucht in een vak, waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke goedkeuring. Bijzetting van een asbus of urn is niet toegestaan.
E. een particulier urnengraf in een urnengravenveld;
F. De modellen graftekens worden omschreven in de voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen, zoals voorzien in artikel 33.
Familiegraven ( graf twee diep en twee breed of graf een diep twee breed)
Artikel 24
Een familiegraf is bestemd voor het begraven van maximaal vier overledenen en/of Asbussen/urnen. Er mogen niet meer dan twee overledenen boven elkaar worden begraven.
Alleen de als rechthebbende ingeschreven persoon kan degenen aanwijzen, die na overlijden in een familiegraf mogen worden begraven of bijgezet.
De mogelijkheid van bijzetting van een asbus in plaats van een tweede overledene wordt toegestaan in een graf waar reeds een overledene dubbeldiep is begraven indien dit een
partner is of een bloed- of aanverwant in de eerste graad.
Enkele graven ( graf een diep en enkel breed)
Artikel 25
In een enkel graf mag geen bijzetting plaatsvinden
Alleen de als rechthebbende ingeschreven persoon kan degene aanwijzen die na overlijden in een enkel graf wordt begraven.
Dubbele graven ( graf twee diep en enkel breed)
Artikel 26
Een dubbel graf is bestemd voor het begraven van twee met namen aangeduide overledenen, dan wel één overledene en één asbus/urn. In een dubbel graf worden twee overledenen boven elkaar (niet naast elkaar) begraven.
Alleen de als rechthebbende ingeschreven persoon kan degenen aanwijzen, die na overlijden in een dubbel graf mogen worden begraven of bijgezet
De mogelijkheid van bijzetting van een asbus in plaats van een tweede overledene wordt toegestaan in een graf waar reeds een overledene dubbeldiep is begraven indien dit een partner is of een bloed- of aanverwant in de eerste graad.
Kindergraven
Artikel 27
In een kindergraf wordt een overleden kind begraven dat niet ouder was dan 12 jaar
en niet groter is dan de maatvoering van een kindergraf. Bijzetting is niet toegestaan.
Asbussen bijzetten in een kindergraf is niet toegestaan.
Particulier urnengraf
Artikel 28
In een particulier urnengraf kunnen een of maximaal twee Asbussen worden begraven.
Grafkelders
Artikel 29
Grafkelders worden niet toegelaten.
VI Asbussen
Bewaring van Asbussen
Artikel 30
Asbussen kunnen op de begraafplaats bewaard worden door bijzetting:
a. in een bestaand graf; zie artikel 26 over bijzetting van asbus in bestaand graf.
b. in een particulier urnengraf dat deel uitmaakt van een gravenveld van urnen;
c. op een bestaand graf in een urn, die hecht aan de ondergrond is verbonden;
d. in de urnenbewaarplaats van de begraafplaats te Maasniel (A);
het aanbrengen van opschriften op de afsluitsteen van een urnennis moet conform de voorschriften van het bestuur worden uitgevoerd, afwijking hiervan is niet mogelijk.
het parochiekantoor verstrekt de hiervoor geldende voorschriften.
Recht op het bewaren van een asbus
Artikel 31
De artikelen 9 t/m 16 zijn van overeenkomstige toepassing voor degenen die een recht willen vestigen op het bewaren van een asbus op de begraafplaats op een van de in artikel 30 genoemde wijzen.
Ruiming van Asbussen
Artikel 32
Ruiming door het bestuur van een asbus na het vervallen van het recht op bewaren van de asbus geschiedt door verstrooiing van de as op een strooiveld.
VII Graftekens en grafbeplantingen
Vergunning
Artikel 33
Het bestuur kan uitsluitend aan rechthebbenden vergunning verlenen om graftekens en/of beplantingen op particuliere graven te doen aanbrengen. Deze moeten voldoen aan de ‘Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen behorende tot dit reglement (Bijlage 2 ) en die door het bestuur zijn vastgesteld. Deze Voorschriften worden op verzoek door de beheerder aan iedere belanghebbende verstrekt. Graftekens en/of beplantingen, die naar het oordeel van het bestuur niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, worden door het bestuur geweigerd en kunnen na aangebracht te zijn door het bestuur op kosten van de rechthebbende worden verwijderd.
Risico schade aan graftekens
Artikel 34
- Gedurende de termijn van het grafrecht blijven de graftekens en de grafbeplanting eigendom van de rechthebbende. Het bestuur aanvaardt deze graftekens en grafbeplanting niet in beheer. Dit betekent dat de rechthebbende verantwoordelijk is voor de voorwerpen die zich op de graven bevinden, alsmede voor het onderhoud, met inachtneming van het bepaalde in artikel 35.
- Schade aan graftekens ontstaan door storm en vandalisme wordt door het bestuur uitsluitend vergoed voor zover deze risico’s door een verzekeringsovereenkomst van het bestuur zijn gedekt.
- Schade veroorzaakt door op de begraafplaats uitgevoerde werkzaamheden door personeel van de begraafplaats wordt door het bestuur uitsluitend vergoed tot het bedrag waarvoor deze risico’s door de desbetreffende verzekeringsovereenkomst van het bestuur worden gedekt
Onderhoud graftekens en grafbeplanting
Artikel 35
- De graftekens en grafbeplantingen moeten ten genoegen van het bestuur worden onderhouden door de rechthebbenden. Onder behoorlijk onderhoud wordt mede verstaan het doen herstellen, vernieuwen of waterpas stellen van graftekens en/of beplanting.
- In geval van kennelijke verwaarlozing van het onderhoud van een particulier graf, kan het bestuur, voor zover de plicht tot onderhoud niet bij hem ligt, deze verwaarlozing vastleggen in een schriftelijke verklaring, die het toezendt aan de rechthebbende, die binnen één jaar na ontvangst in het onderhoud voorziet.
- Indien de ontvangst van de verklaring, bedoeld in het tweede lid, niet bevestigd wordt, maakt het bestuur de verklaring bekend bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats, gedurende een periode van vijf jaar dan wel totdat in die periode in het onderhoud is voorzien.
- Indien toepassing is gegeven aan het tweede of derde lid en niet alsnog in het onderhoud van het graf is voorzien, vervalt het recht op het graf op het moment dat de periode van één dan wel vijf jaar, bedoeld in het tweede respectievelijk derde lid, is verstreken[1].
- Indien het recht op het graf nog geen tien jaar is gevestigd op het moment dat de periode, bedoeld in het derde lid is verstreken, blijft de bekendmaking in stand totdat de periode van tien jaar is verstreken dan wel totdat in die periode in het onderhoud is voorzien. Indien niet voordien in het onderhoud van het graf is voorzien, vervalt het recht op het graf zodra de termijn van tien jaar is verstreken.
Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van een grafteken door rechthebbende
Artikel 36
Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot het verwijderen van een grafteken voor een bijzetting en tot het herplaatsen daarvan na een bijzetting moet worden gegeven door de rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken zich op de begraafplaats bevindt en niet binnen drie maanden na de bijzetting wordt herplaatst is het bestuur gerechtigd de delen daarvan van de begraafplaats te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de rechthebbende.
Tijdelijke verwijdering grafteken door de beheerder
Artikel 37
- Indien het vanwege het beheer van de begraafplaats naar het oordeel van de beheerder nodig is kunnen het grafteken en/of de beplanting van het graf van een rechthebbende op last van en voor rekening van het bestuur worden weggenomen en kan op het graf tijdelijk zand worden gedeponeerd. De rechthebbende wordt hiervan tevoren in kennis gesteld.
- Verwelkte bloemen en ontsierende voorwerpen kunnen door de beheerder zonder voorafgaande waarschuwing van de graven worden verwijderd.
Verwijdering graftekens na einde grafrecht
Artikel 38
Binnen drie maanden na het eindigen van het grafrecht kunnen grafteken en/of beplanting door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na verloop van drie maanden wordt de rechthebbende geacht geen prijs te stellen op het weer in bezit nemen van grafteken en/of beplanting en is het bestuur gerechtigd deze te doen verwijderen en te doen vernietigen, zonder dat enigerlei vergoeding hiervoor jegens de rechthebbende verschuldigd is.
VIII Tarieven en onderhoud
Tarieven
Artikel 39
1.Voor het vestigen en verlengen van een grafrecht, voor bijzettingen, voor onderhoud en voor het verwijderen van graftekens en/of beplanting bij einde van de termijn waarvoor een grafrecht is aangegaan worden tarieven geheven. Deze zijn als volgt samengesteld:
a. een bedrag voor de werkzaamheden aan het (urnen-) graf
b. een bedrag voor het grafrecht;
c. een bedrag ter bestrijding van de kosten van het door het bestuur uit te voeren algemeen onderhoud van de begraafplaats, voor de duur van het grafrecht;
d. een bedrag ter bestrijding van de kosten van verwijdering en vernietiging van het grafteken inclusief fundering en/of de grafbeplanting en van kosten van ruiming na het eindigen van het grafrecht.
2. Het bestuur stelt een afzonderlijke lijst op van de voor de begraafplaats geldende tarieven.
Algemeen onderhoud
Artikel 40
Het bestuur zal zorg dragen dat de afrasteringen en/of ommuringen, de gebouwen, de paden, de groenvoorziening en de beplanting van de begraafplaats worden onderhouden. Tot dit onderhoud van de begraafplaats behoren de werkzaamheden aan de groenvoorziening en de beplanting op en onmiddellijk achter de graven, in zoverre deze niet In overeenstemming met artikel 33 door de rechthebbende zijn aangebracht.
Beperking onderhoudsverplichting
Artikel 41
Het bestuur verplicht zich aan het in artikel 40 omschreven onderhoud te besteden maximaal de bedragen, die uit de tarieven op grond van artikel 39 voor onderhoud zijn verkregen en daarvoor per jaar beschikbaar zijn, evenals eventueel van overheidswege daarvoor verkregen subsidies.
Deze beperking van de onderhoudsverplichting geldt in het bijzonder na sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats.
Ruiming van graven en Asbussen
Artikel 42
Het bestuur heeft het recht de (urnen-)graven en de in de urnenbewaarplaats bewaarde Asbussen, waarvan de rechten meer dan drie maanden vervallen zijn, te doen ruimen, met in achtneming van de wettelijke termijn.
IX Overgangsbepaling
Artikel 43
- Voor in het verleden verleende grafrechten waarvan de tijdsduur niet meer aantoonbaar vast te stellen was, heeft het reglement van 2001 de termijn gesteld op 30 jaren na eerste begraving . Het huidige reglement vervangt dit reglement en gaat uit van het toen bepaalde ten aanzien van de genoemde grafrechten. Het tariefonderdeel voor het grafrecht, zoals bedoeld in artikel 39, lid 1 sub b, is derhalve gedurende deze periode niet verschuldigd.
- Rechthebbenden met een grafrecht dat aantoonbaar voor onbepaalde tijd is verleend, zijn niet het tariefonderdeel verschuldigd voor het grafrecht, zoals bedoeld in artikel 39,
lid 1, sub b.
X Slotbepalingen
Sluiting van een begraafplaats
Artikel 44
Het bestuur behoudt zich het recht voor de begraafplaats voor begravingen en voor het bewaren van Asbussen te sluiten of gesloten te doen verklaren. Uitsluitend de betalingen voor begravingen, waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden daarna door het bestuur aan rechthebbende gerestitueerd.
Het bestuur is niet aansprakelijk voor opgravings- en overplaatsingskosten van resten en/of graftekens naar een andere begraafplaats.
Klachten
Artikel 45
Belanghebbenden kunnen omtrent feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het bestuur een schriftelijke klacht indienen. Het bestuur zal binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht beslissen en de klager schriftelijk daarvan in kennis stellen.
Onvoorzien
Artikel 46
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
Vervallenverklaring eerdere reglementen
Artikel 47
Het bestuur herroept de bepalingen en voorschriften van eerdere reglementen, de begraafplaats betreffende en stelt dit reglement daarvoor in de plaats.
Wijziging reglement
Artikel 48
Dit reglement heeft de goedkeuring van de bisschop van Roermond
Het bestuur is gerechtigd dit reglement te wijzigen.
Wijzigingen in dit reglement behoeven eveneens de goedkeuring van genoemde bisschop.
De rechthebbenden worden van de wijzigingen in kennis gesteld.
Dit reglement is vastgesteld in de vergadering van het bestuur d.d. .27-11-2017
en goedgekeurd door de bisschop van Roermond en van toepassing verklaard met ingang van 01-01-2018
Voorzitter, De weleerwaarde heer W. A. Varela Gavaria
Secretaris Mw. Suzan Albertine Crapels
BIJLAGE 1
‘GRAFAKTE’ VOOR EEN PARTICULIER GRAF
De R.-K. parochie Laurentius te Maasniel, adres: Raadhuisstraat 19, eigenaresse van de begraafplaats gelegen aan de Kerkeveldlaan in de gemeente Roermond,
vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 51 van het Algemeen Reglement voor het bestuur van een parochie van de Rooms Katholieke Kerk in Nederland
verleent aan (naam)
(adres)
(postcode en woonplaats)
(e-mail)
hierna te noemen de rechthebbende,
voor een termijn van 20 jaren vanaf heden, het uitsluitend recht van gebruik op:
een particulier familiegraf, bestemd voor twee/vier overledenen en/of Asbussen/urnen;
een particulier dubbel graf, bestemd voor twee overledenen dan wel één overledene en één asbus/urn;
een particulier enkel graf, bestemd voor één overledene;
een particulier kindergraf, bestemd voor één overledene;
een particulier urnengraf, bestemd voor het begraven van een of twee Asbussen.
Dit graf is gelegen in vak … Rij — Nummer…
Grafrecht
Dit recht wordt verleend onder de bepalingen van het reglement van de begraafplaats voornoemd, vastgesteld d.d. 27-11-2017, met name voor de tijd, waarop het terreingedeelte, waarin zich dit graf bevindt, in de exploitatie tot de begraafplaats blijft behoren en onder voorbehoud tot het weigeren van een begraving in bijzondere omstandigheden, ingevolge artikel 15. Het bestuur is gerechtigd het reglement te wijzigen. Rechthebbende verklaart hierbij een exemplaar van het reglement van de begraafplaats te hebben ontvangen.
Adreswijziging
Volgens de bepalingen van het reglement is de rechthebbende verplicht adreswijzigingen aan het bestuur door te geven en dienen de rechtverkrijgenden na het overlijden van de rechthebbende een nieuwe rechthebbende aan te wijzen en bekend te maken. Het recht is op omschreven wijze overdraagbaar.
Verlenging
Dit recht kan met perioden van vijf of tien jaar verlengd worden telkens tegen de alsdan geldende tarieven en voorwaarden. Het bestuur zal tijdig de rechthebbende berichten over het aflopen van een termijn.
Grafteken en grafbeplanting
Op dit graf wordt een grafteken en/of grafbeplanting toegelaten overeenkomstig de afzonderlijke Voorschriften, behorende bij het genoemde reglement. Bijzetting van een asbus of urn in een familiegraf of een dubbelgraf is toegestaan.( Zie artikel 24+ 26 van dit reglement)
Grafteken en/of grafbeplanting moeten door de rechthebbende goed onderhouden worden. De rechthebbende heeft het recht binnen drie maanden nadat het grafrecht, door welke oorzaak ook, geëindigd is, de voorwerpen op het graf te doen verwijderen. 3 maanden na het eindigen van het grafrecht is het bestuur gerechtigd om zelf tot verwijdering over te gaan. Het bestuur aanvaardt het grafteken, de beplanting en de voorwerpen op de graven niet in beheer en stelt zich voor schade niet aansprakelijk.
Ruiming
Door medeondertekening van deze akte is rechthebbende ervan op de hoogte dat het bestuur tot verwijdering van de voorwerpen op het graf kan overgaan drie maanden nadat het grafrecht -door welke oorzaak dan ook- geëindigd is en het graf c.q.de asbus kan ruimen.
Bedrag grafrecht
Ingevolge artikel 39 van het reglement voornoemd is aan het bestuur verschuldigd de som van
€ …..,- , bestaande uit:
- een bedrag voor de werkzaamheden aan het graf;
- een bedrag voor het grafrecht;
- een bedrag ter bestrijding van de kosten van het door het bestuur uit te voeren algemeen onderhoud van de begraafplaats, voor de duur van het grafrecht;
- een bedrag ter bestrijding van de kosten van verwijdering en vernietiging van het grafteken inclusief fundering en/of de grafbeplanting en van de ruiming van het graf na het eindigen van het grafrecht.
Ondergetekende verklaart voornoemd bedrag namens het bestuur te hebben ontvangen.
Te ……………………….., de ………………. 20…
De rechthebbende: Namens het parochiebestuur:
……………………….. ………………………………………….
Het bovenomschreven recht is op verzoek van rechthebbende d.d. …………… ………..overgeschreven ten name van
………………………. (naam)
………………………. (adres)
………………………. (postcode en woonplaats)
……………………….. (e-mail)
te ………………………………, d.d. ……………..20…
Het bovenomschreven recht is op verzoek van rechthebbende d.d. ………………… overeenkomstig art. 18 van het reglement van de begraafplaats verlengd tot …………………
te ………………………………., d.d. …….. ……..20..
BIJLAGE 2
‘VOORSCHRIFTEN VOOR HET TOELATEN VAN GRAFTEKENS EN GRAFBEPLANTINGEN’
op de begraafplaats van de R.K. parochie H. Laurentius te Maasniel (A), gelegen Kerkeveldlaan en de begraafplaats van de R.K. parochie H. Jozef te Leeuwen (B), gelegen aan de Schouwberg in de gemeente Roermond.
Deze voorschriften behoren tot artikel 33 van het reglement van de begraafplaatsen voornoemd, vastgesteld d.d.27-11-2017.
Artikel 1
Bij de beheerder van de begraafplaats is voor iedere belanghebbende ter inzage het indelingsplan van de begraafplaats, verdeeld in vakken. Op dit indelingsplan zijn de vakken met cijfers en letters en grafnummers aangegeven.
Artikel 2
Voordat op een graf een grafteken of een beplanting wordt toegelaten moet aan de beheerder de getekende grafakte worden getoond.
Artikel 3
a. Laurentiuskerkhof (A): in de vakken gemerkt A-B-C (volwassenen) worden op de graven toegelaten liggende zerken, in de afmetingen L. 190 x Br. 90 cm (voor de graven bestemd voor twee overledenen) of L. 190 x Br. 200 cm (voor de graven bestemd voor vier overledenen) met een minimale dikte van 12 cm. In deze vakken worden in de uitsparingen alleen grafbeplantingen toegelaten met een maximale hoogte van 40 cm.
b. Sint-Jozefkerkhof (B): in de vakken gemerkt A en B (volwassenen) worden op de graven toegelaten liggende zerken, in de afmetingen L. 180 x Br. 90 cm (voor de graven bestemd voor twee overledenen) of L. 180 x Br. 180 cm (voor de graven bestemd voor vier overledenen) met een minimale dikte van 12 cm. In deze vakken worden in de uitsparingen alleen grafbeplantingen toegelaten met een maximale hoogte van 40 cm.
c. In een vak gemerkt K (kindergraven) worden op de graven toegelaten liggende graftekens, in de afmetingen L. 95 x Br. 60 cm met een minimale dikte van 12 cmIn dit vak worden alleen in de uitsparingen grafbeplantingen toegelaten met een maximale hoogte van 40 cm.
d. In de vakken gemerkt A-B-C Laurentiuskerkhof (A)/ A en B Sint-Jozefkerkhof (B) (volwassenen) of K (kindergraven) worden op de graven toegelaten staande graftekens, waarvan het ontwerp tevoren afzonderlijk door het bestuur is goedgekeurd.
e. In een vak gemerkt V (particuliere urnengraven) worden op de graven toegelaten liggende graftekens, waarvan het ontwerp tevoren door het bestuur is goedgekeurd.
f. in een vak gemerkt K voor doodgeboren kinderen of onvoldragen vruchten worden geen graftekens of grafbeplantingen toegelaten.
Artikel 4
Wanneer in een vak goedgekeurde modellen van zerken en graftekens zijn voorgeschreven kan het bestuur een afwijkend model toestaan, mits het ontwerp daarvan tevoren afzonderlijk is goedgekeurd.
Artikel 5
In de vakken gemerkt A-B-C Laurentiuskerkhof (A)/ A en B Sint-Jozefkerkhof (B en K worden graftekens toegelaten vervaardigd uit één stuk weerbestendige natuursteen, dan wel vervaardigd van ander materiaal (bv. Metselsteen) dat eveneens weerbestendig is (materiaalkeuze bij het ontwerp te vermelden).
Zerk of grafteken kan worden geplaatst op een afzonderlijke sokkel van dezelfde natuursteen dan wel hetzelfde andere materiaal, mits de verankering geschiedt met koperen doken. In het vak gemerkt V moeten de graftekens worden vervaardigd uit één stuk weerbestendige natuursteen) volgens het door het bestuur voorgeschreven model.
Artikel 6
- Zerken en graftekens moeten worden geplaatst op een doelmatige fundering ten genoege van het bestuur. Wanneer in een vak door het bestuur doorgaande funderingsstroken zijn aangebracht dient hiervan gebruik te worden gemaakt.
- Urnen die op een graf worden bijgezet, dienen hecht aan de ondergrond te worden verbonden ten genoege van het bestuur.
Artikel 7
De grafbeplanting mag geen groter oppervlak begroeien dan het graf of de bestemde grafstrook, met een maximale hoogte van 40 cm.
Artikel 8
De inscripties, zerken, graftekens en urnen mogen niet storend of grievend zijn voor nabestaanden of bezoekers, ter beoordeling van de beheerder.
Artikel 9
Op de begraafplaats worden niet toegelaten:
a. grafbanden met ingestrooid grind of marmerslag;
b. ijzeren hekken;
c. palen met buizen of kettingen;
Artikel 10
Het plaatsen van een reclame op zerken of graftekens is niet toegestaan.
Artikel 11
De uitvaartverzorgers en de leveranciers van graftekens worden geacht kennis te dragen van het reglement van de begraafplaats en daarnaar te handelen.
Artikel 12
Betreffende de werkzaamheden op de graven bepaalt artikel 6 van het reglement van de begraafplaats:
- Het delven of dichten van graven, het openen van een graf en het opdelven van stoffelijke resten en het bijzetten van Asbussen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats of, in opdracht van het bestuur, door derden.
- Het bestuur geeft aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de bouw, de aanleg of het onderhoud van de graftekens en/of grafbeplantingen gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op tijden dat de begraafplaats daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de aanwijzingen van de beheerder.
- Geen werkzaamheden mogen worden verricht op zon- en feestdagen en tijdens begravingen en diensten in de aula of de kapel. Op zaterdagen mogen geen werkzaamheden door beroepskrachten worden verricht, in opdracht van rechthebbenden, maar is uitsluitend de grafverzorging door de nabestaanden toegelaten.
- Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen of te worden geplaatst of gestort volgens aanwijzing van de beheerder.
Artikel 13
Voor het plaatsen van zerken en graftekens wordt door het bestuur geen tarieven geheven.
Artikel 14
Vóór het plaatsen van een zerk of grafteken en vóór het bijzetten van een urn dient de rechthebbende – of de leverancier namens de rechthebbende -, schriftelijk op te vragen bij de beheerder de juiste ligging van een graf, met vermelding van de naam van de overledene, de datum van begraving, de naam van de rechthebbende met vermelding van de naam van de leverancier. De grafaanduiding zal door de beheerder schriftelijk aan de aanvrager worden medegedeeld.
Artikel 15
Een zerk of een grafteken dient voor een bijzetting zo spoedig mogelijk na het overlijden doch uiterlijk 24 uur voor de begraving zodanig van het graf te worden verwijderd, dat het graf kan worden gedolven. Funderingsresten dienen op aanwijzing van de beheerder eveneens te worden verwijderd. Zerk of grafteken dient van de begraafplaats te worden afgevoerd of tijdelijk te worden opgeslagen op aanwijzing van de beheerder.
Artikel 36 van het reglement van de begraafplaats bepaalt:
Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot het verwijderen van een grafteken voor een bijzetting en tot het herplaatsen daarvan na een bijzetting moet worden gegeven door de rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken zich op de begraafplaats bevindt en niet binnen drie maanden na de bijzetting wordt herplaatst, is het bestuur gerechtigd de delen daarvan van de begraafplaats te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de rechthebbende.
Artikel 16
Alleen in de vakken V worden geprefabriceerde urnengrafkelders toegelaten met een afmeting van ± 45 lang x45 cm breed en 50 cm diep. Alle urnengrafkelders dienen te worden afgesloten met een afdekplaat van gewapend beton voordat het grafteken geplaatst wordt.
Artikel 17
Voor werkzaamheden op de graven door beroepskrachten is de begraafplaats geopend op de vijf werkdagen van 8 uur tot 17 uur. Voor bezoekers is de begraafplaats bovendien toegankelijk op de zaterdagen van 8 tot 17 uur en op zon- en feestdagen van 12 tot 17 uur. Buiten deze uren is het ook de uitvaartverzorgers en leveranciers van zerken en graftekens en urnen niet toegestaan zich op de begraafplaats te bevinden, tenzij met goedvinden van de beheerder. Het is de beheerder niet toegestaan aan ondernemers een sleutel van de begraafplaats te geven.
Artikel 18
Het is niet toegestaan voor werkzaamheden op de graven gedeelten van de beplanting of de groenvoorziening, niet tot het graf behorende, te verwijderen. Bij vermeende hinder wordt contact opgenomen met de beheerder.
Artikel 19
Alleen de verharde wegen en paden, door de beheerder daartoe aangewezen, mogen worden bereden door vervoersmiddelen van de ondernemers. De beheerder is bevoegd een vervoermiddel met een naar zijn oordeel te hoge wieldruk of te grote afmeting de toegang tot de begraafplaats geheel te ontzeggen.
Artikel 20
De ondernemers zijn aansprakelijk voor letsel en schade, toegebracht aan personen of zaken op de begraafplaats.
Artikel 21
Personen, belast met werkzaamheden op de graven, dienen minstens 16 jaar oud te zijn en naar het oordeel van de beheerder behoorlijk gekleed, ook in de zomer. Gebruik van radioapparatuur is verboden.
Artikel 22
De ondernemers dienen zorg te dragen voor voldoende eigen personeel voor laden, lossen en transport. Zij mogen geen rechtstreeks beroep doen op assistentie door het personeel van de begraafplaats of de werknemers van de tuinonderhoudsdienst. Een verzoek tot het verlenen van hulp in bijzondere omstandigheden dient te worden gericht tot de beheerder.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur d.d. 27-11-2017.